Vrijstellingen box 3 in 2020 en 2021

Box 3 van de inkomstenbelasting en de vrijstellingen van belasting. Er wordt geen vermogensrendementsheffing in 2020, 2021 en 2022 geheven over uw vrijstellingen, maar over het meerdere aan spaargeld en vermogen. Een vrijstelling in box 3 wordt ook het heffingsvrije vermogen in box 3 van de inkomstenbelasting genoemd. De peildatum is steeds 1 januari van het belastingjaar. Dit geldt voor al uw spaargeld, beleggingen, vermogen of een tweede huis.

Vrijstelling 2012 en 2021 box 3 van de inkomstenbelasting

Wie spaargeld of vermogen heeft, moet daarover in de regel de vermogensrendementsheffing betalen. Uw spaargeld en vermogen vermeldt u in uw belastingaangifte inkomstenbelasting en komt dan terecht in box 3. Dat is niet box 1 van de inkomstenbelasting met daarin uw inkomen en de aftrek hypotheekrente, maar een afzonderlijk onderdeel in de belastingheffing, waarover vermogensrendementsheffing moet worden betaald. Deze vermogensrendementsheffing wordt ook wel de vermogensheffing genoemd en kan ertoe leiden dat u veel belasting betaalt. Er zijn wel vrijstellingen in box 3, maar daar gaat iemand met een tweede huis al snel overheen:

Vrijstellingen box 3 inkomstenbelasting 2018, 2019 en 2020:

Dat betekent dus dat een huishouding met twee fiscale partners en een kind in 2019 een vrijstelling hebben van bijna 61.000 euro. Daarboven betaalt u belasting over uw vermogen. De Belastingdienst houdt daarbij geen rekening met uw leeftijd als u eenmaal ouder bent dan 18 jaar. Een minderjarig kind krijgt geen vrijstelling. Dat vermogen wordt tot het vermogen van de ouder gerekend. In 2021 bedraagt de vrijstelling €50.000 per persoon, in 2022 is dit €50.650 per persoon.

Belastingvrij sparen in 2021 en 2022

Wie een klein vermogen heeft betaalt in 2021 en 2022 over het algemeen minder vermogensbelasting. Wie meer vermogen heeft, gaat meer betalen dan de 1,2% die in het algemeen al erg hoog werd gevonden.

Zeemeeuw ©